Saturday, March 24, 2007

No one should ever work.

Work is the source of nearly all the misery in the world. Almost any evil you’d care to name comes from working or from living in a world designed for work. In order to stop suffering, we have to stop working.



Ik ben het volmondig met mr. Black eens: niet werken maar spelen. Don't worry, be happy :)
Ik zet echter een vraagteken bij de uitspraak dat bijna alle kwaad veroorzaakt wordt door het feit dat onze wereld draait om werk. Met werk wordt immers bedoeld alles wat we doen omdat het nu eenmaal gedaan moet worden. Zoals de afwas na het lekkere eten. Niemand noemt het eten werk, maar wel de afwas die er nou eenmaal bij hoort.
Ik denk niet dat het werk de wortel van het kwaad is, maar de motivatie om te werken.
Niet alle motivaties, maar ééntje: de beloning.
Als we zouden werken vanuit een innerlijke motivatie, omdat we het willen.. zou er niets aan de hand zijn.
Het is de beloning die volgens mij het kwaad veroorzaakt.
Of dat nu is: les 9 leren van je geschiedenisboek, omdat je graag een goed cijfer wilt.. of een brief uittypen omdat je aan het eind van de maand je salaris ontvangt.
Iedere vorm van beloning is mijns inziens de pest.. innerlijke-motivatie-dodend.
Ik las een waar gebeurd verhaaltje in een, overigens zeer goed, boekje.
Het boekje heet 'Opgroeien in vertrouwen' van Justine Mol.



Het verhaaltje dat ik bedoel:
Een oude man zit achter zijn raam, een plek waar hij nauwelijks nog vandaan komt.
Iedere middag na schooltijd komt er een groepje kinderen langs die er een spel van gemaakt hebben de man voor de gek te houden. Ze schreeuwen nare dingen tegen hem en daarna hollen ze lachend weg.
Op een dag heeft de man er genoeg van en in de deuropening wacht hij het groepje kinderen op.
Hij stapt op het juiste moment naar buiten en roept tegen de kinderen: 'wie wil er 5 euro verdienen?'
Enkele dapperen stappen naar voren en durven vragen wat ze daarvoor moeten doen.
'Morgen terug komen en nare dingen tegen me schreeuwen hier voor het raam', antwoordt de man, 'breng zoveel vrienden mee als je kunt, iedereen krijgt 5 euro.'

Lachend om zoveel domheid rennen de kinderen weg, om de volgende dag met extra veel aanhang terug te keren. Na het schreeuwen belt de dapperste van het stel aan om om zijn 5 euro te vragen.
De man deelt het geld uit en zegt dan: 'Het is wel erg veel geld, dus als jullie morgen weer terug willen komen, dan geef ik nog 2 euro per persoon.'
Daar doen de kinderen het ook voor en de volgende dag deelt hij aan nog meer kinderen, die intussen van deze makkelijke manier om geld te verdienen gehoord hebben, uit.
Dan zegt hij: 'Het spijt me, ik ben een beetje door mijn aow van deze maand heen, dus als je morgen nog terug wilt komen, krijg je 20 eurocent per persoon.'
De volgende dag komen er geen kinderen om hem uit te jouwen.
Het blijft stil.

Waarom?
Omdat de kinderen in eerste instantie vanuit een innerlijke motivatie naar de man hadden geschreeuwd, ze vonden het leuk, ze hadden er lol om.
Daarna waren ze teruggekomen met een andere motivatie: beloning.
Toen de beloning naar hun zin niet hoog genoeg meer was, verviel die motivatie.
De beloning had hun innerlijke motivatie vermoord.